Terugbetaling van voorgeschoten uitvaartkosten?
7 oktober 2025

Wanneer iemand komt te overlijden, moet er vaak van alles in korte tijd worden geregeld, waaronder de uitvaart. Het is dan vaak nog niet eens bekend wie de erfgenamen zijn. En zo kan het gebeuren dat iemand de uitvaart regelt en de uitvaartkosten betaalt, terwijl degene achteraf gezien geen erfgenaam is. Hoe zit het dan met de uitvaartkosten?


Wanneer iemand komt te overlijden, moet er vaak van alles in korte tijd worden geregeld, waaronder de uitvaart. Het is dan vaak nog niet eens bekend wie de erfgenamen zijn. En zo kan het gebeuren dat iemand de uitvaart regelt en de uitvaartkosten betaalt, terwijl degene achteraf gezien geen erfgenaam is. Hoe zit het dan met de uitvaartkosten?

 

Het klinkt heel logisch om te zeggen: de uitvaartkosten zijn onderdeel van de nalatenschap en dienen uit de nalatenschap van de overledene te worden betaald. Juridisch gezien is het echter een stuk complexer. In eerdere bijdragen besteedde ik hier al aandacht aan en ook een recente uitspraak van Gerechtshof ’s-Hertogenbosch d.d. 01-07-2025 is hier een goed voorbeeld van.

 

De situatie:

Erflater komt te overlijden. Hij was op dat moment gescheiden en had samen met zijn ex-partner twee minderjarige kinderen. Omdat erflater geen testament had, zijn de minderjarige kinderen van erflater van rechtswege erfgenaam. Zij worden vanwege hun minderjarige leeftijd vertegenwoordigd door hun moeder, oftewel eerdergenoemde ex-partner van erflater.

 

De vader van erflater heeft samen met de broers van erflater de uitvaart geregeld en de kosten van de uitvaart betaald. Vervolgens heeft hij de ex-partner van erflater gevraagd om de uitvaartkosten vanuit de nalatenschap aan hem te vergoeden. Zij heeft dat geweigerd.

 

De procedure:

De zaak wordt voorgelegd aan de kantonrechter. Deze heeft de vorderingen van vader toegewezen. De ex-partner van erflater gaat in hoger beroep. Het gerechtshof komt tot een ander oordeel en wijst de vorderingen alsnog af.

 

Juridische aspecten:

Het gerechtshof stelt voorop dat in artikel 4:7 lid 1 onder b van het Burgerlijk Wetboek is bepaald dat de kosten van lijkbezorging, voor zover zij in overeenstemming met de omstandigheden van de overledene zijn gemaakt, als een schuld van de nalatenschap worden aangemerkt. Maar, aldus het hof, daarmee is nog niet gezegd dat de erfgenamen verplicht zijn om de uitvaartkosten aan een niet-erfgenaam te voldoen of vergoeden. Daarvoor moet volgens het hof sprake zijn van een rechtsgrond waar een verbintenis tot vergoeding uit voortvloeit.

 

In dit geval had vader zelf (in eigen naam) opdracht verstrekt aan de uitvaartondernemer. Hij stelt dat er sprake was van ‘zaakwaarneming’. Subsidiair stelt vader dat hij recht op vergoeding heeft op grond van ongerechtvaardigde verrijking. Het gerechtshof gaat op beide rechtsgronden in.

 

Zaakwaarneming:

Zaakwaarneming wordt in de wet omschreven als het ‘zich willens en wetens en op redelijke grond inlaten met de behartiging van eens anders belang, zonder de bevoegdheid daartoe aan een rechtshandeling of een elders in de wet geregelde rechtsverhouding te ontlenen’. Wanneer sprake is van zaakwaarneming, is degene wiens belangen door een ander werden behartigd, verplicht om de schade aan de zaakwaarnemer te vergoeden. De wet spreekt expliciet over ‘op redelijke grond’. Hierin ligt besloten dat het behartigen van de belangen van een ander, tegen diens wil, in beginsel geen zaakwaarneming kan opleveren. 

 

Volgens het gerechtshof was in dit geval geen sprake van zaakwaarneming. Vader had het voortouw genomen in het regelen van de uitvaart en hij heeft geen enkel initiatief genomen om de ex-partner van de overledene in de organisatie van de uitvaart te betrekken. Het had op de weg van vader gelegen om al het redelijke te doen om e.e.a. met de ex-partner af te stemmen. Omdat uit de opstelling van vader duidelijk bleek dat hij geen bemoeienis van de ex-partner wenste, de ex-partner bewust door vader is gepasseerd en vader daarmee niet de autonomie van de erfgenamen heeft gerespecteerd, kan volgens het hof niet worden geoordeeld dat vader zich ‘op redelijke grond’ heeft ingelaten met de belangen van de erfgenamen.

 

Ongerechtvaardigde verrijking:

Van ongerechtvaardigde verrijking is volgens de wet sprake wanneer iemand zich ten koste van een ander verrijkt. In dat geval is diegene verplicht om, voor zover dat redelijk is, de schade van de ander te vergoeden tot het bedrag van de verrijking. Bij de vraag of sprake is van een verrijking komt het volgens het gerechtshof aan op een vergelijking tussen de feitelijke vermogenstoestand van de aangesprokene na het plaatsvinden van de gebeurtenis(sen) waarop de vordering is gebaseerd en diens hypothetische vermogenstoestand zoals deze zou zijn geweest als die gebeurtenis(sen) niet zou(den) hebben plaatsgevonden, zo vloeit voort uit een uitspraak van de Hoge Raad d.d. 21-02-2025.

 

Als vader geen opdracht had gegeven om de uitvaart te regelen, dan zou de ex-partner van de overledene dit wel hebben gedaan, zo stelt vader. En in dat geval waren de kosten wél uit de nalatenschap van erflater betaald. De ex-partner van erflater stelt dat zij de uitvaart heel anders zou hebben geregeld als zij zeggenschap had gehad over de uitvaart en de kosten. Er was een uitvaartverzekering en een kapitaalverzekering. De ex-partner stelt dat zij de uitvaart zo zou hebben geregeld dat de kosten binnen de dekking van die verzekeringen zou zijn gebleven. Het gerechtshof concludeert om die reden dat de erfgenamen in dit geval geen kosten zijn bespaard die zij anders wel hadden moeten betalen als zij de uitvaart zelf hadden geregeld. Om die reden is volgens het hof geen sprake van ongerechtvaardigde verrijking.

 

Al met al is de slotsom van de procedure dat vader geen recht heeft op vergoeding van de door hem betaalde uitvaartkosten.

 

Het bovenstaande laat nog maar eens zien dat het geen vanzelfsprekendheid is dat de kosten van een uitvaart altijd voor rekening van de nalatenschap van de overledene komt. Het is dan ook verstandig om dit soort zaken zoveel mogelijk in overleg met alle betrokkenen te bespreken en regelen en om zo nodig tijdig advies in te winnen. Voorkomen is immers beter dan genezen. 

door Content User 28 oktober 2024
De alimentatie gaat per 1 januari 2025 met 6,5% omhoog
door Content User 10 september 2024
Meeneemregeling hypotheek: regel het zelf in een mediationtraject!